zondag 27 juni 2010

Ronde Gaumaise en Warmoesloop Koolkerke

Hallo iedereen!

Gisteren nam ik als afsluiter van mijn 'voorseizoen' nog deel aan de Warmoesloop in Koolkerke. Het was de eerste keer dat ik aan de start stond van een 10 km lange loopwedstrijd. Tom Meire - mijn 'loopgezel' ter gelegenheid van de duo-duathlon in Torhout - nam ook deel (aan de korte afstand: 5 km), waardoor de winnaar (op de korte afstand) al gekend was. Kwalitatief was de opkomst meer dan behoorlijk, kwalitatief was dat al heel wat minder. In die mate dat ik me tijdens de eerste drie kilometer zowaar in de kopgroep bevond. De hitte was echter ondraaglijk en ik voelde al vanaf de eerste minuut dat ik geen goeie dag had. Vanaf kilometer drie stond ik er helemaal alleen voor. Na vijf kilometer kwam ik door in 18'15". Verre van dramatisch. Ondanks het mindere gevoel was een meer dan aanvaardbare tijd nog mogelijk. Ik moest echter inbinden en verloor nog veel tijd. Uiteindelijk finishte ik als 7de in iets meer dan 38 minuten.

Positief punt is dat ik ondanks het slappe gevoel nog een 'behoorlijke' chrono liep. Een jaar geleden zou ik met datzelfde gevoel zeker niet onder de veertig minuten gelopen hebben.

Negatief punt is dat ik mezelf met de huidige (loop)conditie momenteel al in staat achtte om onder de 36 minuten te lopen. Gisteren kwam ik zelfs niet in de buurt van die tijd, waardoor ik niet tevreden kan zijn.

De kleine ontgoocheling is vlug weggespoeld. Nu volgen enkele dagen rust. Komende zaterdag vertrek ik met Rudy Verheyen voor drie weken naar Oostenrijk. In de bergen fietsen, afzien en toch genieten van de vaak adembenemende landschappen, het blijft voor mij pure magie.

-------------------------------------
RONDE GAUMAISE

Dag 1 - Vrijdag 18 juni

Na een lange autoreis - met bijbehorende file - kwamen we omstreeks 15 uur aan in Bellefontaine, een dorpje ten noorden van Virton en locatie van de openingstijdrit van de Ronde Gaumaise 2010. Ik ging eerst een tweetal uur fietsen, vooral op het parcours van de tijdrit en de koninginnenrit van daags nadien in Meix-devant-Virton.
Na een specifieke opwarming op de Tacx-rollen stond ik om 18.38 aan de start van de 8 km lange tijdrit. Die bestond uit vier schuifjes: eerst een 3 km lange strook vals plat omlaag met schuine meewind, gevolgd door 2 km vals plat omhoog met tegenwind in de open vlakte, vervolgens een steilere klim van 800 meter met pieken tot 8%, om af te sluiten met een afdaling naar de finish. Ik startte goed en reed voortdurend boven de vijftig. Op het lange stuk vals plat viel ik nooit stil en ook op de klim kon ik rechtstaand tempo blijven maken. Uiteindelijk klokte ik af in 10'35"-10'40".

Mijn vader riep me meteen toe dat ik voorlopig tweede stond op vier seconden van de Luxemburgse kampioen. Ik moest nu wachten tot de aankomst van de laatste renner voor een eventuele podiumceremonie en om mijn definitieve uitslag te weten. Meteen na de aankomst van de laatste renner kwam men mij melden dat ik gewonnen had. Er was een fout gebeurd met de tijdsregistratie van enkele andere renners. Ik had gewonnen in 9'44", zo vertelde een van de organisatoren mij. Ik wist niet wat ik hoorde. Mijn tijd was helemaal niet 9'44", maar ongeveer een minuut trager. Ik vertelde het hem, waarop hij besefte dat ze ook bij mij een fout hadden gemaakt. Hij vertelde dat ik naar huis mocht, want ik eindigde niet in de top-drie. Ik reed - toch een beetje ontgoocheld - naar onze verblijfplaats La Romanette in Torgny.

Dag 2 - Zaterdag 19 juni

Daags nadien stond de eerste rit in lijn op het programma. Het was meteen ook de lastigste rit met 1300 hoogtemeters in iets meer dan 100 km. Het venijn zat in de staart met een lastige plaatselijke ronde. De weersomstandigheden waren beter dan voorzien en vanaf de start hield ik me gedeisd in de buik van het peloton. Na 50 'opwarmkilometers' begon het serieus te worden. Ik probeerde enkele keren weg te rijden, vaak met een bedrijvige Enzo Mezzapeza, de Luxemburgse ex-prof die in de jaren tachtig beroemd werd door op het beruchte wereldkampioenschap in Ronse ronden lang voor het peloton uit te rijden. Het goede gevoel ontbrak echter want afzien lukte schijnbaar niet. Na de steile helling van Montquintin kwamen we op 30 km van het einde op het geaccidenteerde plaatselijke parcours, met een 8-tal hellingen, waarvan 4 voor de bergprijs. Vooraan reden tijdritwinnaar Raphaël Dion en plaatselijke favoriet Christophe Gillardin weg van hun medevluchter, waaronder Belgisch kampioen Jonathan Henrion. Op zowat 23 km van de aankomst reed ik weg uit het fel uitgedunde peloton. Eén renner kwam aansluiten, maar al vlug bleek dat hij niet de perfecte gezel was. De ploeg van Henrion, Bollini, zette enkele mannetjes op kop, waardoor iedereen - op uitzondering van Dion en Gillardin - vlug werd ingelopen. Er restte mij nu nog één plaatselijke ronde van 18 km met vier hellingen. Bij het begin van de eerste, de klim van Villers-la-Loue, viel het eventjes stil, waarop ik een versnelling plaatste. Twee renners probeerden nog aan te sluiten, maar slaagden daar niet in. Op de top zag ik niemand meer rijden, waarop ik besliste om alles op te zetten. Op de lange klim vanuit Sommethonne kon ik een goed tempo aanhouden en de kloof met de groep vergrootte. Op de top van de laatste helling, die van Gérouville, voelde ik dat ik buiten schot was. De neutrale wagen kwam mij vertellen dat ik een minuut voorsprong had op de eerste achtervolgers die uit het peloton waren weggereden. Uiteindelijk hield ik nog een halve minuut over na de drie kilometer lange afdaling op brede wegen richting Meix. Dion won solo de rit en verstevigde zijn leiderspositie. Gillardin werd tweede, ikzelf derde. Ook in het klassement stond ik nu als derde geklasseerd. In het bergklassement was ik voorlopig zesde. Conclusie van de dag: het is niet omdat je denkt dat je slechte benen hebt, dat het effectief ook zo is.

Dag 3 - Zondag 20 juni

Zondag volgde dan de derde en laatste rit, weer met start en aankomst in Bellefontaine. Het parcours was veel minder lastig dan daags voordien, met slechts 900 hoogtemeters, waarvan veel vals plat. Ik moest mijn derde plaats in het klassement verdedigen. Een moeilijke klus, want als individuele renner zonder ploegmaten moest ik het opnemen tegen ploegen van soms zes, zeven renners. Erwin Bollen, vierde in de stand en tot voor enkele jaren veelvuldig winnaar bij de elites-zonder-contract, zou mijn voornaamste tegenstander worden. Dat het eindklassement op punten was, maakte het voor mij nog extra moeilijk.

Van bij de start voelde ik dat de benen heel goed waren. Ik had besloten om - misschien wel voor de eerste keer in mijn leven - attent te koersen. Dat betekende: altijd in de eerste vijftien van het peloton rijden. Ik hield me gedeisd in de buurt van leider Dion. Toen al maakte ik een eerste kapitale fout. Ik was vergeten dat Gillardin, de tweede in de stand, in de rode trui van het bergklassement rondreed. Ik hield de verkeerde in de gaten, wereldvreemd als een West-Vlaamse renner in het Luxemburgse wielerlandschap. Gillardin reed op kousenvoeten weg, met enkele andere sterke klassementsrenners. Ik had de benen om mee te gaan, maar had het niets eens gemerkt. Ik hield de leider in de gaten en die kon blijkbaar niet beter. Na de enige lastige helling van de dag in Chiny nam ik mijn verantwoordelijkheid op en samen met Dion probeerde ik het gat naar de leiders toe te rijden. Fout twee: nooit je verantwoordelijkheid van 'derde in de stand' opnemen als er een eindklassement op punten en dus niet op tijd is. Het gevolg van mijn kilometerslang slopingswerk - Dion had zich intussen ook laten uitzakken waardoor ik er helemaal alleen voor stond - was dat ik op de cruciale fase van deze Ronde Gaumaise vijf meter te kort kwam. Bollen en co, die de hele dag op mijn wiel hadden gereden, kozen het hazenpad op een van die ellendig lange stroken vals plat tussen Etalle en Tintigny. Ik had even een dipje en kon net niet aanpikken. Ontgoocheld zette ik me terug in het peloton. Op de laatste klim op minder dan een kilometer van de aankomst versnelde ik. Niemand volgde en ik eindigde 26ste in de rituitslag. Dat bleek uiteraard niet voldoende om mijn derde plaats in het eindklassement te behouden. Ik strandde op plaats zes. Gillardin pleegde een ware putsch, want naast de ritzege eigende hij zich ook het eindklassement toe. Dion strandde op plaats twee, Bollen op drie. In het bergklassement werd ik negende.


Eindconclusie: deze Ronde Gaumaise was zonder meer een persoonlijke openbaring. Ik presteerde iets waarvan ik niet eens wist dat ik ertoe in staat was. Meer zelfvertrouwen, attent en agressief koersen, ... Het zijn maar enkele elementen die van mij een veel betere renner kunnen maken. Er is sinds vorig weekend iets veranderd: vroeger trok ik als een bange wezel naar een wedstrijd, nu is dat het tegenovergestelde. En geloof me: het is een wereld van verschil!


Als afsluiter van het meer dan geslaagde weekend in de landschappelijk prachtige Gaumestreek ging ik met mijn ouders heel lekker eten in een Brugs restaurantje, De Stoepa. Kwestie van het prijzengeld er wel heel vlug door te jagen!

Tot de volgende!
Tom

Geen opmerkingen:

Een reactie posten