maandag 30 mei 2011

Pelotonvrees in Laarne

Hallo!

Daags na de tijdrit stond ik goed en wel gerecupereerd aan de start van de Grote Prijs Etienne De Wilde in Laarne, een wedstrijd die meetelt voor de Beker van België. Het was meteen ook mijn eerste interclub in vier jaar.

De (gereduceerde) afstand bedroeg 165 km, verdeeld over één grote ronde van goed 110 km met zes officiële hellingen (2x Leberg, 2x Valkenberg, 2x Kasteeldreef) + 4 plaatselijke ronden. De zon was (alweer) aanwezig, net als een héél stevige zuidwestenwind die hoe dan ook voor de nodige verbrokkeling zou zorgen.

De voorbije twee weken hadden me getoond dat de conditie stilaan een stijgende curve begon te krijgen, alleen heb ik op dit moment aan acuut gebrek aan wedstrijdkilometers en -ritme. Het eerste wedstrijduur (hoofdzakelijk tegenwind) verliep heel rustig, peddelend in de achterste regionen - zoals gewoonlijk - van het peloton aan hartslag 140. Net voor de eerste helling, tijdens de lange, brede afdaling naar de kasseitjes van Zegelsem en de voet van de Leberg, was er een massale valpartij in het peloton. Ik zat er gelukkig ver genoeg van verwijderd, zodat ik gemakkelijk kon blijven volgen. Vanaf de top van de Leberg tot net na de Kasteeldreef slaagde ik erin om helemaal naar voren te rijden. Dat was niet zo eenvoudig, want ik moest daarvoor zeker 100 man voorbijrijden. En dat terwijl het peloton voortdurend op een lang lint getrokken werd. Achteraf gezien had ik beter mijn krachten gespaard, maar dat is natuurlijk altijd makkelijk praten.

Hoe dan ook bevond ik me opeens kilometerslang bij de eerste tien van het peloton. Het begin van de tweede ronde door de heuvelzone liep echter weer langs die hemelsbrede afdaling naar de voet van de Leberg, waar ik blijkbaar de enige van het peloton ben die geen risico's durft nemen. En zo had ik in een kilometer tijd mijn plaatsje bij de eersten ingeruild voor een ticketje van rode lantaarn.

Net de tweede beklimming van de Leberg kwam de bevoorradingszone, luttele meters voor de afdaling van de Kleiberg naar Brakel, waar we de Valkenberg moesten aanvatten. Alles zat op een lint en daardoor moest ik weer een gat toerijden en begon ik à bloc aan die Valkenberg, waar mijn benen meteen blokkeerden.

Welke organisatie plaatst er nu een bevoorrading tussen twee hellingen die 3 km van elkaar verwijderd liggen? Bijna niemand nam daar drinkbussen aan, omdat alles op het lint werd getrokken. Ik kon niet anders, want mijn drank was op en ik zou niet weten hoe ik anders aan drinkbussen geraakt zou zijn. (Mijn geblesseerde vader was niet mee door een ongelukje gisteren)

Nog geen tien minuten nadat ik de rol had moeten lossen, voelde ik me alweer volledig gerecupereerd en kon ik op mijn eentje weer 45-46 per uur rijden. Spijtig. Ik had misschien kunnen uitrijden.

Ik moet ook wel toegeven dat ik vermoedelijk te weinig bijgedronken heb na de tijdrit van zaterdag en zondagochtend. Daardoor begon ik na slechts anderhalf uur wedstrijd al last te hebben van opkomende krampen. Althans, dat gevoel had ik. En anderhalf uur koers is wel heel rap. Véél te rap.

Hoe dan ook. Een 'goeie' dag was het niet. Maar ik heb ook dingen gezien die ik vroeger niet kon. De conditie is verre van 100% (= vooral een gebrek aan wedstrijdritme) en het zal nog wel eventjes duren vooraleer dat het geval zal zijn.

Komende week staat in principe alleen de duatlon van Rijkevorsel op het programma. Zonder echte ambities, want de loopconditie is toch wel zeer matig.

Groet!

Tom

---------
Foto's Laarne



In het peloton



Net na de bevoorrading tussen Leberg en Valkenberg, waardoor ik à bloc aan die tweede klim moest beginnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten