woensdag 22 juni 2016



Zondag won ik met de 55.5-wedstrijd in Wanze mijn tweede triatlon in een week tijd. Ik haalde het na 560 meter zwemmen, 50,7 km fietsen en 5,2 km lopen voor Jérôme Giaux en Tim Billemon.
De wedstrijdomstandigheden in Wanze konden dit jaar niet beter zijn. Door de overvloedige regenval van de voorbije weken werd het zwemgedeelte in de Maas een ware snelheidsrace stroomafwaarts. Vervolgens blies de wind op de bepalende stroken van het geaccidenteerde fietsparcours, met elke ronde een klim van een kleine drie km, in het nadeel. Ten slotte was er nog een run over vijf km langs de Maas. Door de moeilijke zwemomstandigheden werden de deelnemers opgedeeld in drie verschillende waves. Tijdens de wedstrijden zouden we dus nooit exact weten in welke positie we vertoefden.


Chaotische start
Ik startte met ambities en wist dat de zwemproef niet zo belangrijk zou zijn. Ik moest gewoon rustig blijven en niet panikeren. De start was chaotisch en in de eerste meters kreeg ik enkele rake klappen te verwerken. Al vlug vond ik echter een aanvaardbaar ritme en tot mijn grote verbazing kwam ik in iets minder dan zeven minuten uit het water. Na afloop zag ik dat ik de 37ste tijd (op 190 deelnemers) had gezwommen.


Ik wisselde goed en vond op de fiets al vlug een goed ritme. Tijdens de eerste passage op het steilste stuk van de beklimming riep coach Jesse, die ’s ochtends de korte triatlon had gewonnen, dat ik op iets meer dan een minuut van de leider volgde. Net voor de eerste passage langs de wisselzone kwam ik aan de leiding. Een atleet van TTI – het bleek later om Tijs Billemon te gaan – probeerde nog even in het zog te blijven, maar moest mij uiteindelijk ook laten rijden. De eenzame tijdrit tegen de klok was nu helemaal begonnen.

Solo
Ik vond een goed ritme en hield mijn vermogensmeter goed in de gaten. Tijdens de tweede passage bleef Billemon een tijdlang binnen het zicht, maar ik voelde dat ik aan het uitlopen was. Ook in de derde ronde zakte ik er niet door en kon ik alleen aan de slotrun beginnen. Bij het begin daarvan riep mijn vader me toe dat ik bij de tweede passage al 40 seconden voorsprong telde. Na afloop bleek ik na het fietsgedeelte een marge van ruim anderhalve minuut te hebben opgebouwd.


De slotrun begon goed en buiten een minidipje tijdens kilometer twee bleef ik een tempo van ongeveer 16 km per uur aanhouden. Alleen in de ultieme slotfase kreeg ik het heel moeilijk – ik had op de fiets te weinig aandacht aan mijn vochtopname besteed - en moest ik behoorlijk diep gaan om de aankomst nog heelhuids te bereiken. Gelukkig wist ik dat de buit – althans die van de eerste wave – binnen was en hield ik driekwart minuut van mijn voorsprong over.


Jérôme Giaux

Even later kwamen ook de beste atleten van waves twee en drie over de finish gelopen. Wat bleek: Jérôme Giaux, in een verleden als wielrenner twee keer goed voor een medaille op een Belgisch kampioenschap (in 2006 zelfs na ene Greg Van Avermaet), had zich vooraf niet ingeschreven en was met een daginschrijving aan de start verschenen. Hij werd tweede, in dezelfde tijd als Tijs Billemon. Tim Fievez, onlangs in sterke doen in de halve van Leuven, eindigde evenmin ver, als vierde. Sam Billemon, de jongere broer van Tijs, vervolledigde de top vijf. Niki Devoldere, een dag eerder al zevende in de crosstriatlon van Wanze, eindigde nog net binnen de top tien.


De uitslag: LINK

Mijn wedstrijd
-          560 meter zwemmen in 6’57” (stroomafwaarts)
-          50,6 km fietsen in 1u17’17” – gem. 39,3 km/u – 505 hoogtemeters – vermogen: 345 NP
-          5,2 km lopen in 19’47” – gem. 15,6 km/u


Op naar de volgende uitdaging.

Tom

Geen opmerkingen:

Een reactie posten