donderdag 29 november 2012

Terugblik seizoen (deel 2)

MEI
3de Ciney (MTB-duatlon)
133ste Dwars door Brugge (stratenloop)
1ste Asse-Mollem (individuele tijdrit)

Na Douai was ik gelanceerd. Op de Dag van de Arbeid kon ik in Ciney mijn eerste podiumplaats ooit in een duatlon behalen. Zonder supergevoel weliswaar, want Douai zat nog in de benen. Lees: de diesel kwam ook gang, de turbodiesel niet. Na enkele dagen van volledige rust volgde een zware trainingsperiode van ruim twee weken: minder duur en vooral de nadruk op korte, intensieve prikkels, onder andere op de tijdritfiets. Op de ploegstage met TTI in Gemmenich legde ik de laatste loodjes voor wat een héél leuke maand zou worden.


Eind mei - in mijn eerste van vijf opeenvolgende competitieweekends - kon ik meteen de 7 van Kettelo in Mollem (Asse) op mijn naam schrijven, ondanks opkomende kriebels in de keel. Een teken van hoogvorm? Het moet zijn, want ik veegde in deze individuele tijdrit over 7 km het vier jaar oude wedstrijdrecord van de tabellen. Op een heel bochtig en heuvelachtig parcours kon ik bovendien een gemiddelde snelheid van 46,7 km/u halen en plaatste ik de tweede - nochtans geen sukkelaar - in de uitslag op ruim 30 seconden. Een zalig gevoel overheerste achteraf, want ik besefte dat er de komende weken nog meer uit de bus zou (kunnen) vallen...


JUNI
4de Rijkevorsel (duatlon - drafting)
1ste Oostkamp (individuele tijdrit)
1ste Oostkamp (koppeltijdrit met Esteban Talloen)
8ste Ronde Gaumaise (UCI 2.18 - eindklassement)
* 1ste in 1ste etappe - Saint-Vincent (individuele tijdrit)
* 25ste in 2de etappe - Florenville (2de in algemeen klassement)
* 41ste in 3de etappe - Chiny
1ste Dreikirchen / Duitsland (duatlon - non drafting)

Zes dagen later nam ik voor de derde opeenvolgende keer deel aan de recreatieve duatlon in Rijkevorsel, waar mijn familie van moeders kant woont. Hier werd andermaal duidelijk dat de topvorm aanwezig was: 1ste run aan 17 km/u, fietsen aan 43 km/u, terwijl het om een heel bochtig parcours ging, en een 2de run aan nogmaals 17 km/u. En: ik was volledig uitgewoond aan de aankomst. Iets waarvan ik vroeger zelfs niet wist dat het mogelijk was. Het kon opeens allemaal.


De tweede zaterdag van juni stond de tijdritclash van Oostkamp op het programma. Een wedstrijd tegen de klok op een veeleisend parcours en bovendien eentje waar in de streek veel over gepraat wordt. Ik wilde absoluut beter doen dan mijn tweede plaats van vorig jaar, zowel in de individuele als de koppeltijdrit.

Door de extreme omstandigheden - een haast stormachtige wind - werd de wedstrijd een dubbeltje op zijn kant, maar ikzelf had daar gelukkig geen last van. Ondanks de fel tegenspartelende wind - op de belangrijkste stroken volledig maar dan ook echt volledig in het nadeel blazend - kende ik mijn beste (?) dag van het hele jaar en kon ik een tijd neerzetten waarvan ik wist dat niemand die zou verbeteren. Uiteindelijk zou de 2de op ruim een minuut en de 3de op twee minuten gezet worden. Ook de koppeltijdrit leverde een overwinning op, al verliep dat met een voorsprong van vier luttele seconden op het koppel Devolder-Tiers heel wat moeizamer.


Vervolgens trok ik naar de zuidelijkste streek van ons land voor de driedaagse Ronde Gaumaise, een rittenkoers die op de Belgische kalender niveau 2.18 krijgt. Twee jaar eerder was ik hier al eens 6de geworden, na een 7de plaats in de openingstijdrit en een 3de plaats in de koninginnenrit in en rond Meix-devant-Virton. Met de huidige vorm lag ik gebrand op een sterke prestatie in de proloog van deze editie, een individuele tijdrit over 5,7 km in Saint-Vincent. Tot mijn grote spijt strandde ik echter op drie seconden van topfavoriet Raphaël Dion. Hij kreeg de leiderstrui, ik moest me tevreden stellen met de blauwe puntentrui.


Daags nadien kon ik in apocalyptische weersomstandigheden en ondanks mijn gekende pelotonvrees en een valpartij mijn tweede plaats verdedigen. Ternauwernood, want aan de voet van de slotklim naar Florenville - na een (bij mijn inziens) vreselijke afdaling over een (bij mijn inziens) erbarmelijk wegdek - bevond ik me nog in de achterste regionen van het peloton, nochtans fel uitgedund.


Het geluk kon echter niet blijven duren. 's Nacht kreeg ik last van een tegenpruttelende maag, vermoedelijk het gevolg van een combinatie inspanning - regen - modder. Daardoor moest ik met een niet al te 'spetterend' gevoel de slotrit in en rond Chiny afwerken. Tot 3 km van de aankomst kon ik alle aanslagen op mijn positie - al dan niet met geluk - verijdelen en lag ik nog in pole-position voor de felbegeerde podiumplaats. Maar door een (bij mijn inziens) alweer spectaculaire afdaling, meteen gevolgd door een 'Berendries' tot de finish, tuimelde ik door een secondeslag van de 2de naar de 8ste plaats in de eindafrekening. Dit smaakte zuur!

Het werd nog zuurder toen mij in de loop van de slotrit geruchten bereikten over het stayergedrag van de winnaar van de tijdrit. De renner in kwestie - kopman van de organiserende ploeg en lokale favoriet - zou tijdens de proloog opvallend dicht in het spoor van de auto van de regionale televisie gereden hebben. Een week later werden de geruchten waarheid toen een foto gepubliceerd werd van een winnaar die - licht uitgedrukt - in het zog van de tv-wagen zijn tijdrit afwerkte. Waterdichte bewijzen zijn het niet, maar voor mij voldoende om mezelf als ritwinnaar in deze Ronde Gaumaise te bestempelen.


De conditie was natuurlijk niet weg en dat wilde ik nog eens tonen in de laatste wedstrijd voor de zomerstage. Samen met Wim Vanleene trok ik naar het Duitse Dreikirchen, in de provincie Rheinland-Pfalz. Daar kregen we een duatlon voorgeschoteld die op mijn maat geschreven was: 1,2 km lopen - 23 km tijdrijden - 5,7 km lopen. Dat allemaal op een sterk heuvelend parcours. Wat iedereen verwachtte, werd ook waarheid. Op de fiets kon ik een kloof slaan van drie minuten op Wim, die als uittredend winnaar mijn grootste concurrent was. In de lastige slotrun behield ik zonder problemen die voorsprong, waardoor ik mijn eerste zege als duatleet kon behalen. Het mocht dan niet de sterkst bezette wedstrijd zijn, een overwinning boeken in een duatlon is nooit evident. En dat om de eenvoudige reden dat er niet veel duatlons zijn!


Bovendien bewezen mijn waarden op de Garmin Forerunner dat ik in die periode over mijn beste conditie van het jaar beschikte. Om dat aan te tonen:
- In de slotrun kon ik gedurende 20 minuten mijn maximale hartslag aanhouden.
- Op de lastigste klim op het parcours (1,3 km à 7,1%) haalde ik een VAM (aantal geklommen meters per uur) van 1794.

De laatste week van juni vormde vijf dagen van overbrugging tussen de wedstrijd in Dreikirchen en het begin van twee weken trainingskamp in de Zwitserse Alpen en werd voornamelijk ingevuld met relatief rustige opbouwtrainingen in functie van de twee Long Distance Duatlons die in de zomer nog volgden.

JULI
10de Loenhout (duatlon - drafting)

Na een perfect verlopen stage door de Zwitserse bergen - bij deze: MIJN hoogtepunt van het jaar - startte ik op de nationale feestdag in de recreatieve (drafting) duatlon van Loenhout, een leuke wedstrijd met een kwantitatief en (vooral) kwalitatief sterk bezet deelnemersveld. De stevige loop- en fietstijden, met een mooie 10de plaats tot gevolg, zorgden ervoor dat ik met een goed gevoel de laatste loodjes richting Powerman Vlaanderen (Geel) en Powerman Austria (Weyer) kon afwerken.


Dat de grote vorm zeker aanwezig was, werd een week later op training bevestigd. Extensieve duurtraining van drie uur: 120 km - gemiddeld 40 km/u - gemiddelde hartslag van 136. Ik moet er hier eerlijk bij aanvullen dat de weersomstandigheden nagenoeg perfect waren en ik het wedstrijdmateriaal - mijn tijdritfiets met vol Kuiper-achterwiel - voor de week erna (Geel) uittestte. Maar nog eens: het vertrouwen was meer dan aanwezig en ik was ervan overtuigd dat ik in Geel een tijdritnummer zou opvoeren. Aangevuld met 20 loopkilometers op niveau zou een top-10 op het BK Long Distance dan de logische beloning worden.

Geel 2012 zou een héél goede les voor de toekomst worden...

(later deel 3)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten