maandag 3 september 2012

ITT Wingene

Gisteren trok ik voor het derde opeenvolgende jaar op de eerste zondagochtend van september naar Wingene voor de individuele tijdrit, georganiseerd door fietsenmaker Eddy Vandevyvere. Vooraf wist ik perfect vanwaar de tegenstand zou komen: Rudy De Boelpaep, die een mindere periode kent maar in Wingene een parcours op zijn maat vindt, en man-in-vorm Hans Van den Buverie, onlangs nog tijdritwinnaar in o.a. Oostende en Woesten.

De weersvoorspellingen zagen er vooraf veelbelovend uit: ideale temperatuur, weinig wind en met wat meeval een niet al te hard brandende ochtendzon. Bij de parcoursverkenning - een uur voor de wedstrijd - voelde ik al meteen dat het niet goed zat met de (westen)wind, die ook nog eens veel harder blies dan men voorspeld had. Net zoals in Oostkamp kregen we meewind op de stroken waar je het minst voordeel hebt van die meewind, en stond er tegenwind op de stroken waar je het meest nadeel hebt van die tegenwind. In aardrijkskundige taal: meewind op de weg van Wingene naar Beernem, zijwind op de betonbaan langs de instelling van Sint-Pietersveld, en ten slotte pal wind op kop op de Ruiseledesteenweg, een vervelende betonbaan waar je bij tegenwind vooral de weergoden eindeloos vervloekt.


Nu goed, de benen voelden niet slecht aan. Geen topvorm meer zoals in Oostkamp, maar in principe voldoende om voor winst mee te spelen. Bij de start was er echter al meteen een probleem. Er was geen begeleidende motard beschikbaar om voor mij te rijden, zodat ik veilig mijn tijdrit zou kunnen afwerken. Het nut van zo'n motard is echter vooral dat je voortdurend een mikpunt voor je hebt. En tijdens een 'saaie' tijdrit als Wingene, met slechts 2 echte bochten, is dat meegenomen. Organisator Eddy besloot om even mee te rijden met de auto, tot de volgende motard beschikbaar was. Die kwam er echter nooit aan en uiteindelijk zou ik de laatste 14 km van mijn tijdrit moederziel alleen moeten afwerken. Of dat de einduitslag mee bepaald heeft, zullen we nooit weten. Ik weet ook niet of mijn dichtste concurrenten een motard voor zich hadden uitrijden. Hoe dan ook, een nadeel is de aanwezigheid ervan alleszins niet!

Terug naar de echte tijdrit. Er was met de meewind een fikse start nodig om een scherpe tijd neer te zetten. Wat dan ook gebeurde. Aan de voet van de Hendricksberg, de enige 'klim' in het parcours, stond mijn gemiddelde op 51 km/u. Op de lange weg zijwind richting Ruiselede probeerde ik mijn snelheid op 48 à 49 km/u te houden, wat ook lukte. Bij het aansnijden van de laatste bocht - met nog goed 5 km pal wind op kop te gaan - had ik nog altijd een gemiddelde van net geen 49 km/u.

Daarna begon echter de miserie. Ik had het gevoel volledig stil te staan, al bleek achteraf dat ik toch ook nog 40 à 44 km/u reed. Een echt mikpunt was er ook al niet, maar dat verhaal kennen we al. In de verste verte zag ik de twee minuten voor mij gestarte Dirk Verleyen rijden, maar echt veel hielp dat ook niet. Het was vooral sterven tegen de wind en de slecht bollende betonbaan. Ik zag mijn gemiddelde zienderogen dalen en in de slotkilometer besefte ik dat ik in de buurt van mijn tijd van 2011 zou eindigen, toen weliswaar in 'geschiktere' omstandigheden. Uiteindelijk klokte ik twee seconden sneller af, in 21 minuten en 32 seconden. Goed voor een gemiddelde snelheid van 46,3 km/u, maar niet goed genoeg voor de zege. Die was voor Van den Buverie, die mij voorafging met ... één luttele seconde. De Boelpaep werd nog derde op 29 seconden. Svenne Vangoethemd en Pascal Vanaudenaerde vervolledigden de top-vijf op respectievelijk 36 en 44 seconden van Van den Buverie.




En dan de prangende vraag: waar heb ik die minuscule seconde verloren? Of beter: waar had ik een seconde sneller kunnen rijden? Achteraf is het natuurlijk altijd makkelijk om een gepaste uitleg te geven.

De feiten zijn:
- Ik ben tweede geëindigd in een tijdrit die ik wilde winnen
- Ik heb weer een extra motivatie om de volgende tijdrit NIET met een seconde te verliezen ;-)

Nu volgt een weekje met enkele intensieve trainingen.

Tom

1 opmerking:

  1. Hans Van den Buverie3 september 2012 om 20:27

    Een seconde is niks natuurlijk, dit keer mocht ik aan het langste eind trekken, met een iets beter 2de deel van de tijdrit denk ik.
    Veel succes nog met de rest van je seizoen. Voor mij waarschijnlijk geen korte tijdritten meer dit jaar. Iets meer focussen op het langere werk met de Tristar Bilzen en de Monstertijdrit.

    Gr, Hans

    BeantwoordenVerwijderen