dinsdag 7 augustus 2012

Powerman Geel / BK Long Distance Duatlon

Zondag was het dan zover, mijn tweede langeafstandswedstrijd van 2012. En aangezien de Powerman Vlaanderen voor de tweede opeenvolgende keer als Belgisch Kampioenschap Long Distance Duatlon doorging, won deze wedstrijd nog een tikkeltje aan glans.

 
Voor de niet-duatlonkenner: het Powerman-circuit kun je vergelijken met de World Tour (vroegere ProTour) in het wielrennen. Zo zijn er dit jaar tien Powerman-wedstrijden in tien verschillende landen: Verenigde Staten, Nederland (EK), Duitsland, België (BK), Oostenrijk, Zwitserland (WK), Spanje, Italië en Maleisië. Voor de wereldtoppers is het belangrijk om in deze wedstrijden goed te scoren, want een plaats bij de beste tien in dit regelmatigheidsklassement zorgt ervoor dat je startgelden, verplaatsingskosten en overnachtingen ter plaatse vergoed worden. Bovendien valt er in dit circuit behoorlijk wat prijzengeld te verdienen (weliswaar geldt dat voordeel alleen voor de absolute wereldtop), wat voor een 'arme' sport als duatlon toch een vooruitgang(etje) is.

Loopparcours van 2,5 km
Fietsparcours van 15 km

Hartslagen en snelheden tijdens de wedstrijd.

Vorig jaar had ik als absolute nieuweling in de duatlonwereld toch een 23ste plaats op het BK kunnen bemachtigen. En dat in een matige conditie. Ik was toen ook, zowel op loop- als op fietsvlak, helemaal niet voorbereid op een loodzware onderneming als een Powerman. En dan moet je nog bedenken dat het in Geel voorgeschotelde format (10-60-10) tot het minst veeleisende in het Powerman-circuit behoort. In de Powerman van Oostenrijk zullen we een uur langer onderweg zijn. In de Powerman van Zofingen, dat geldt als WK Long Distance, krijgen de deelnemers zelfs 40 loop- en 150 tijdritkilometers op een loodzwaar parcours voorgeschoteld.

Mijn grootste supporter controleert of mijn wielen in orde zijn!
Maar goed, terug naar Geel. Het parcours is er zeker niet wereldschokkend, maar dat kun je van een organisatie in ons vlakke Vlaanderen ook niet echt verlangen. De opdracht luidt er als volgt: 10 km lopen (4 ronden) met afwisselend geasfalteerde en offroadstroken, gevolgd door 60 km tijdrijden (4 ronden) over een parcours dat naar mijn zin nog steeds te bochtig en te traag is, om tot slot als kers op de taart nogmaals dezelfde 10 loopkilometers (4 ronden) af te leggen.

Door de progressie die ik het voorbije jaar maakte en het meer dan behoorlijke gevoel op training wist ik dat een plaats bij de beste tien van België mogelijk was. Om dat doel te bereiken was de opdracht eigenlijk heel 'eenvoudig', tenminste als ik rekening hield met het gevoel van de voorbije weken: een degelijke eerste run van 10 km aan 16 km/u, gevolgd door een heel stevige tijdrit aan 42 à 44 km/u (afhankelijk van parcours/wind/...) en ten slotte en tweede run van 10 km aan 14,5 à 15 km/u.

De start dan. Die verliep vlot, maar echt 100% tevreden over het vervolg van mijn eerste run kan ik niet zijn. Daarvoor ging het allemaal net iets te moeizaam. Aan de snelheid viel dat niet te merken. In het gezelschap van o.a. Christophe Quartier, Xavier Messiaen en de Nederlander Jack Niessen (vice-wereldkampioen in zijn Age Group in 2008) hield ik een tempo van 16 km/u aan. Alleen door de moeilijk te belopen stroken langs de voetbalpleinen ging dat in de slotkilometers een klein beetje omlaag en kwam ik na 10,4 km in 39'33" de wisselzone in. Toch was het gevoel niet helemaal zoals ik het wilde hebben. Ik kon het vooraf beoogde tempo relatief vlot en zonder opvallende verzuring aanhouden, maar ik zweette als een paard en het leek alsof mijn kousen en loopschoenen net uit de wasmachine kwamen.







Na een vlotte wissel - dat was een poos geleden! - begon ik aan een tijdrit waarvan ik heel veel verwachtte. De beste fietstijd van het volledige deelnemersveld (Belgen én buitenlanders) was het doel, alleen mocht dat niet ten koste gaan van de tweede run. Na enkele kilometers had ik al een hoop rivalen opgeraapt en achtergelaten. Toen ik al na 20 km ook een groepje met Dimitri Vanmassenhove, Willem Dierckx en Sam Lepoutre - toch verre van kleine garnalen - voorbijreed, begon ik er helemaal in te geloven. Een verzuurd gevoel bleef uit en ik probeerde op regelmatige basis te drinken en te eten. In de derde fietsronde kreeg ik weinig tegenstrevers in het vizier, aangezien ik een serieuze tijdskloof moest overbruggen. Net voor het ingaan van de vierde en laatste toer zag ik dat een groepje met Jochen Neyrinck, Roel Pauwels, Tim Van Hemel, de Brit Matt Moorhouse en de Nederlander Armand Van Der Smissen niet zo ver voor me uitreed.


Met Tom Beutels




Vorig jaar moest ik in de slotronde gas terugnemen, omdat mijn rug de veeleisende tijdrithouding niet meer kon verdragen. Ditmaal kon ik mijn tempo (46 à 48 km/u bij meewind en 42 à 44 km/u bij tegenwind) aanhouden. Dat zorgde ervoor dat ik nog vier anderen kon oprapen: Rob Douwen (5de BK LD 2011), Tim Van Hemel (1ste BK SD 2011 / Europees Kampioen sprintduatlon U23 in 2012), de Zwitser Marc Widmer (6de Powerman Italy 2011 / 9de WK LD 2011) en de Deen Esben Kaszmarek (17de WK LD 2011 / 15de EK LD 2012 / 4de Powerman Germany 2012).
Voorbij de Deen Kaszmarek (4de in Powerman Germany)
Voorbij de Deen Kaszmarek en Rob Douwen
Uiteindelijk kwam ik als 13de (overall) en 7de (BK) de tweede en laatste wisselzone in. Hans Cleemput, traditioneel speaker van dienst, geloofde zijn oren niet en riep dat ik op weg was naar een verrassende top-10 op het BK. Alleen moest het lastigste nog komen en had ik bij het afspringen van de fiets en het aandoen van de loopschoenen serieuze krampscheuten voelen opkomen. Ik probeerde nog te redden wat er te redden viel door bij elke bevoorradingspost zoveel mogelijk water aan te nemen, op te drinken en over mijn lichaam te gieten, maar een goed loopgevoel zou ik niet meer krijgen. Gelukkig stortte ik niet helemaal in en kon ik mijn tempo op 14 km/u houden. Dat bleek echter te weinig om de beoogde top-tien op het BK te halen. Eerst gingen Van Hemel en Douwen me voorbij. In de slotfase kregen zij navolging van Christophe Declerck (19de WK LD 2008), Dimitri Vanmassenhove (6de BK LD 2011, wereldkampioen in zijn Age Group in 2011, Europees kampioen in zijn Age Group in 2012), een heel sterk eindigende Willem Dierckx (11de BK LD 2011) en de piepjonge en verrassende Waal Baptiste Kesteleyn die zijn eerste grote prestatie als duatleet liet optekenen.

Volledig kapot na de aankomst


 Na 2u49'44" - toch tien minuten sneller dan vorig jaar - kwam ik moegestreden als 21ste (overall) en 13de (BK) over de streep gelopen. De overwinning ging naar een indrukwekkende Rob Woestenborghs, de wereldkampioen duatlon van 2008 op de korte afstand en eind vorig jaar nog superieur winnaar van de Powerman in Maleisië. Hij was bovendien de enige die onder mijn fietstijd bleef. Vooral in de eerste ronde fietste hij een stuk harder dan mij, hoorde ik achteraf van mijn vader. Ik moet me daar trouwens niet voor schamen, want met mijn chrono (gem. 42,6 km/u op een niet héél snel parcours) hield ik nog altijd - én met ruim verschil - de Deense, Franse, Nederlandse, Britse en Belgische nationale kampioenen achter me.

Een indrukwekkende Rob Woestenborghs
En dan de conclusie. Ik had gehoopt - en mits een sterke wedstrijd - gerekend op een top-tien op het BK. Dat is me (net) niet gelukt. Moet ik dan ongelukkig zijn? Aan de ene kant niet. Ik ben nog maar aan mijn tweede jaar als duatleet bezig en rekening houdend met mijn grote beginachterstand als loper (zowel fysiek als technisch) kan ik onmogelijk ontevreden zijn met de progressie van het voorbije jaar. Anderzijds blijft er toch iets knagen, want er had meer ingezeten. De conclusie is dat ik tijdens de wedstrijd veel te weinig vocht opnam. Ik at en dronk hetzelfde als in de duatlon van Douai, maar ik vergat daarbij wel rekening te houden met het verschil in warmte. In Douai streden we bij amper tien à twaalf graden, in Geel stegen de temperaturen vlot tot 25 graden en voelde het door een gebrek aan veel wind ook nog eens heel zwoel aan. Anderhalve liter is voor iemand die zweet als een paard onvoldoende om op het einde van zo'n veeleisende wedstrijd nog over alle krachten te beschikken. Mijn hartslagen lagen ook opvallend hoog, wat kan wijzen op dehydratatie. Een mogelijke verklaring was ook dat ik tijdens het fietsgedeelte te diep in mijn krachtenarsenaal had getast, maar gezien mijn trainingen én het gevoel tijdens de wedstrijd, sluit ik dat uit. Een toploper zal ik nooit worden, maar mits de juiste vochtopname had ik toch 3 à 4 minuten kunnen winnen.

Uitslag van de Powerman:













Nog enkele leuke links:
- blog van Dimitri Vanmassenhove: LINK
- reportage op de regionale televisie: LINK

Volgende wedstrijd is de Powerman in het Oostenrijkse Weyer. Daar moet er een uur langer gefietst worden op een veel eerlijker parcours. Ik ben heel benieuwd en hopelijk lukt het dan wel om de vochtbalans in evenwicht te houden!

Tom

2 opmerkingen:

  1. Eerste powerman top20, en dat in een powerman die voor jou in principe de moeilijkste is...Well done en 2e run goed ingedeeld!

    BeantwoordenVerwijderen